Welkom bij Apotheek Erasmus in Rotterdam

Met veel plezier staan wij voor u klaar en helpen u graag verder. Bij ons kunt u terecht voor informatie en advies op het gebied van gezondheid en geneesmiddelen. Wij maken uw medicijnen klaar en controleren of deze medicijnen passen bij uw actuele en persoonlijke gezondheidssituatie.

Let op: wij zijn NIET verbonden aan het ziekenhuis

West-Kruiskade 21 A
3014 AK Rotterdam
Tel: 010-4129331
E-mail: info@erasmusapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

cabazitaxel

Cabazitaxel remt de groei van kankercellen (cytostaticum).

Artsen schrijven het voor bij prostaatkanker.

Wat doet cabazitaxel en waarbij gebruik ik het?

Kanker

Kanker
Kanker is een verzamelnaam voor meer dan honderd verschillende ziekten, waarbij lichaamscellen ongeremd groeien. Het gevolg zijn tumoren (gezwellen) of afwijkingen in bloed en lymfebanen. Het is een erge ziekte die dodelijk kan zijn als u er niets aan doet.

Door nieuw onderzoek is nu goede behandeling voor veel soorten kanker mogelijk. Bij snelle behandeling voorkomt u dat een kankergezwel doorgroeit in het omringende weefsel of dat het uitzaait. Bij uitzaaiingen ontstaat kanker op andere plaatsen in het lichaam.

Oorzaak
In elke cel zit DNA. DNA bevat de erfelijke eigenschappen van ons lichaam, zoals de bloedgroep en de kleur van de ogen. Door het DNA weten cellen wat ze moeten doen, bijvoorbeeld ook hoe snel ze zich moeten delen. Bij een celdeling ontstaan uit één cel twee dochtercellen, met precies hetzelfde DNA als de moedercel. Als het stukje DNA dat de celdeling bestuurt beschadigd raakt, kan de cel zich sneller gaan delen. De dochtercellen van elke cel hebben dezelfde beschadiging in het DNA. Daardoor gaan ook deze cellen zich ongeremd delen, met kanker tot gevolg.

Hoe de beschadiging in het DNA ontstaat, is vaak onbekend. Het lijkt soms te komen door chemische stoffen, zoals teer in tabaksrook, of door asbest, alcohol, te veel of te vet voedsel, straling of door een erfelijke aanleg.

Verschijnselen
Kanker is een verraderlijke ziekte. Elke kankersoort veroorzaakt weer andere klachten. In het beginstadium zijn er vaak helemaal geen verschijnselen. Pas als een kankergezwel tegen zenuwen aandrukt, is pijn te voelen.

Sommige klachten komen bij bijna alle kankersoorten voor, zoals erge vermoeidheid, gebrek aan eetlust en sterke vermagering (bijvoorbeeld meer dan drie kilo per maand).

Bij prostaatkanker groeien de cellen in de prostaatklier ongeremd door DNA-beschadiging. Op deze plaats verhardt de prostaat. Door de tumor kan de prostaat groter zijn. De tumor kan de plasbuis dichtknijpen waardoor het plassen moeilijker gaat. Het mannelijk hormoon testosteron zorgt voor de groei van kankercellen. Testosteron wordt gemaakt door de zaadballen.

Prostaatkanker komt voor bij mannen ouder dan 50 jaar.

Behandeling
Prostaatkanker wordt meestal behandeld met een operatie, bestraling en medicijnen tegen testosteron. Soms zijn ook chemotherapie (behandeling met medicijnen tegen kanker) nodig.

Artsen schrijven cabazitaxel voor bij uitgezaaide prostaatkanker die erger is geworden na een chemotherapie met cabazitaxel. Cabazitaxel wordt in combinatie met bijnierschorshormoon (corticosteroïden) gebruikt.

Werking
Cabazitaxel remt de celdeling van de kankercellen door vast te gaan zitten aan eiwitten die nodig zijn om de tumorcellen te laten delen. Hierdoor kunnen de prostaatkankercellen niet meer verder groeien.

Lees meer over kanker . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Dit medicijn werkt sterk op kankercellen, maar ook op gezonde lichaamscellen. Hierdoor kunnen bijwerkingen ontstaan, bijvoorbeeld op plaatsen waar de cellen zich van nature snel delen. Dit zijn de slijmvliezen van mond, maag en darmen, de huid, de haren en het bloed.

Door de lijst van bijwerkingen kan het lijken dat het medicijn erger is dan de ziekte. Maar de bijwerkingen komen lang niet bij iedereen in dezelfde mate voor. Ook worden de bijwerkingen na de behandeling steeds minder.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende.

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Te weinig witte of rode bloedcellen en bloedplaatjes in uw bloed. U kunt last krijgen van erg moe zijn, een bleke huid, koorts, keelpijn en blaasjes in de mond, bloedneuzen of blauwe plekken. Uw arts zal uw bloed regelmatig laten controleren.

    Soms moet u tijdelijk met de behandeling stoppen tot het aantal bloedcellen weer voldoende is.

    • Door te weinig witte bloedcellen heeft uw een verminderde lichaamseigen afweer. U merkt dit aan vaker infecties, zoals verkoudheid, longontsteking, blaasontsteking of huidinfecties. Of aan keelpijn, koorts en blaren in de mond. Krijgt u koorts of verschijnselen van een infectie, zoals benauwdheid, kortademigheid en hoesten? Raadpleeg dan altijd meteen uw arts.
    • Te weinig rode bloedcellen merkt u aan extreme vermoeidheid en een bleke huid.
    • Te weinig bloedplaatjes merkt u aan bloedingen, zoals bloedneuzen, kleine rode vlekjes in de huid, snel blauwe plekken en bloed in de plas.
       
  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, overgeven, verlies van eetlust, buikpijn, verstopping of diarree.

    • Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van slokdarm, maag en darmen. De klachten beginnen meestal op de eerste dag van de behandeling en kunnen enkele dagen blijven.
    • Zelden heeft u last van maagpijn, zuurbranden, aambei of bloed uit uw anus.
    • Zeer zelden kan een bloeding in maag of darmen ontstaan, met hevige pijn in de buik en opgeven van bloed. Waarschuw in dat geval meteen uw arts.
    • Ook kan zeer zelden uw darmen niet meer goed werken of dicht zitten (ileus). U kunt last hebben van: heel erge buikpijn, overgeven, niet kunnen poepen  en een opgezette buik.

    Om maagpijn en brandend maagzuur te voorkomen, kan uw arts een maagbeschermer voorschrijven. Bij misselijkheid schrijft uw arts een medicijn tegen misselijkheid voor. Soms helpt het om vaker te eten, maar dan kleine beetjes.
     

  • Smaakproblemen

    Eten en drinken kunnen anders smaken dan u gewend bent.

  • Haaruitval en kaalheid. Niet alleen van hoofdhaar, maar ook van wenkbrauwen, wimpers, oksel- en schaamhaar.

    Meestal zal na de behandeling uw haar na ongeveer een maand weer gaan groeien.

  • Snel buiten adem zijn (kortademig) en hoesten

  • Rugpijn of gewrichtspijn. Zelden spierpijn, pijn in de armen of voeten en bekkenpijn.

  • Zwak gevoel, moe voelen, weinig energie hebben

  • Bloed in uw urine.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Meer kans op infectie. Krijgt u koorts (meer dan 38°C) of verschijnselen van een infectie? Waarschuw dan altijd uw arts. 
     

    Meer kans op infectie, zoals griep, longontsteking, ontsteking van uw luchtwegen, blaasontsteking, huidontsteking, oogontsteking of infectie door uw hele lichaam. Krijgt u koorts (meer dan 38°C) of verschijnselen van een infectie? Waarschuw dan altijd uw arts.
     

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit ontstaat soms al enkele minuten na het begin van het infuus. U merkt dit aan flauwvallen, benauwdheid, huiduitslag of een rode huid. Uw arts zal u tijdens het infuus goed controleren.

    Als u een hevige overgevoeligheidsreactie krijgt tijdens het infuus, moet uw arts of verpleegkundige het infuus direct stoppen. Bij een volgend infuus kan uw arts medicijnen voorschrijven die u van tevoren gebruikt, waardoor u minder last heeft van deze klachten. Het gaat bijvoorbeeld om maagzuurremmers, medicijnen tegen allergie en het bijnierschorshormoon dexamethason.

  • Pijnlijke mond, tong of keel, droge mond

    Deze bijwerkingen ontstaan door ontsteking van de slijmvliezen van mond, keel en slokdarm. U kunt dit zien aan een vuurrode kleur van de slijmvliezen. Eten en drinken kunnen hierdoor pijnlijk zijn. In veel gevallen helpt het om op ijsblokjes te zuigen, tijdens en direct na de chemotherapie.

    Tijdens de chemokuur kunnen behandelingen aan uw gebit of in uw mond de klachten erger maken. Vóór u aan de chemokuur begint, is het daarom verstandig om uw tandarts uw gebit te laten controleren en eventueel behandelen. Verzorg uw gebit extra goed door een paar keer per dag te poetsen met een zachte tandenborstel. Ook kunt u spoelen met een ontsmettende mondspoeling.

  • Uitdroging 

    Dit ontstaat meestal bij koorts, of als u erge of langdurige diarree heeft, of als u moet overgeven. Zorg daarom dat u extra drinkt als u diarree heeft en moet overgeven.

  • Plasproblemen

    U kunt plasproblemen krijgen, zoals vaak moeten plassen, moeite met plassen, pijn bij het plassen bijvoorbeeld door een niersteen, of uw plas niet kunnen ophouden. Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Hart- en vaatproblemen, zoals pijn op de borst, een snellere of onregelmatige hartslag of een veranderde bloeddruk.

  • Bloedklonters in de aderen. Krijgt u last van een pijnlijk en gezwollen been? Waarschuw dan direct uw arts.

  • Longembolie. Dit merkt u aan snel en oppervlakkig ademhalen, benauwdheid en pijn op de borst. Waarschuw direct een arts.

  • Vocht vasthouden (oedeem). U merkt dit aan dikke voeten, enkels en vingers.

  • Te veel suiker (glucose) in uw bloed. U merkt dit aan dorst, veel plassen en moe voelen.

    U kunt een te hoog bloedsuiker krijgen door dit medicijn. Heeft u suikerziekte (diabetes)? Controleer dan vaker uw bloedsuiker.  

  • Griepachtige verschijnselen, zoals hoofdpijn, rillingen en zich ziek voelen.

  • Oorsuizen, (draai)duizeligheid

  • Een tintelend, brandend, doof of verminderd gevoel in de handen en voeten.

  • In de war zijn, zich angstig voelen

  • Slapeloosheid

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik cabazitaxel gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.

  • Vaccins. Cabazitaxel kan ervoor zorgen dat sommige vaccins minder goed werken. Ook kan Cabazitaxel de kans op bijwerkingen van deze vaccins verhogen. U mag deze vaccins niet gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn bof-mazelen-rodehondvaccin (BMR), gelekoortsvaccin, rotavirusvaccin en BCG-vaccin werken minder goed door. Overleg hierover met uw arts.
    Bij andere vaccins moet u soms een extra vaccinatie krijgen of moet uw bloed onderzocht worden om te kijken of het vaccin goed heeft gewerkt. Voorbeelden van deze vaccins zijn influenzavaccin, tetanusvaccin en vaccin tegen baarmoederhalskanker. Overleg hierover met uw arts.
  • De bloedverdunners acenocoumarol en fenprocoumon. Cabazitaxel kan de werking hiervan beïnvloeden. Vertel de trombosedienst als u cabazitaxel gaat gebruiken, als de gebruikte hoeveelheid (dosering) verandert of als u stopt met cabazitaxel.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn heeft geen invloed op hoe goed u kunt autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol irriteert de slijmvliezen van het maagdarmkanaal. Het vergroot daardoor de kans op bijwerkingen op de maag en darmen. Gebruik daarom liever geen alcohol tijdens de kuur en zolang u last heeft van uw maag en darmen.

alles eten?
U kunt alles eten wat uw maag verdraagt. Sommige soorten voedsel kunt u beter niet eten als u last heeft van uw maag. Meer adviezen bij maagklachten kunt u vinden bij Maagklachten.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Niet van toepassing. Dit medicijn wordt gebruikt door mannen met prostaatkanker.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?
U krijgt dit medicijn via een infuus. Dit wordt in het ziekenhuis of in de polikliniek gegeven door een arts of verpleegkundige.

Wanneer?
U gebruikt cabazitaxel samen met prednison of prednisolon. Slik prednison of prednisolon elke dag zolang u cabazitaxel gebruikt.

Hoelang?
U krijgt het infuus 1 keer per 3 weken en het duurt 1 uur. Uw arts bepaalt hoelang u dit medicijn moet gebruiken.