Welkom bij Apotheek Erasmus in Rotterdam

Met veel plezier staan wij voor u klaar en helpen u graag verder. Bij ons kunt u terecht voor informatie en advies op het gebied van gezondheid en geneesmiddelen. Wij maken uw medicijnen klaar en controleren of deze medicijnen passen bij uw actuele en persoonlijke gezondheidssituatie.

Let op: wij zijn NIET verbonden aan het ziekenhuis

West-Kruiskade 21 A
3014 AK Rotterdam
Tel: 010-4129331
E-mail: info@erasmusapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

calciumcarbonaat

Calcium (kalk) is belangrijk voor de opbouw en stevigheid van botten en gebit. Ook neutraliseert calciumcarbonaat maagzuur.

Het is te gebruiken bij tekort aan calcium, botontkalking, nierziekten en maagklachten.

Wat doet calciumcarbonaat en waarbij gebruik ik het?

Vitamine- en mineralengebrek

Voor voldoende vitamines en mineralen heeft u dagelijks gemiddeld tweehonderd gram groente en twee stuks fruit nodig. Ook volkorenproducten, vlees en vis bevatten belangrijke vitamines en mineralen.
De meeste mensen krijgen voldoende vitamines en mineralen binnen via hun voedsel. Calcium zit onder andere melk(producten), groenten, noten en peulvruchten.

Oorzaken
Calcium (kalk) is belangrijk voor de opbouw en stevigheid van botten en gebit. Calcium is ook nodig voor de bloedstolling, het samentrekken van de spieren, een goede werking van het zenuwstelsel en voor de aanmaak van verschillende soorten enzymen en hormonen. Te weinig calcium in het voedsel is meestal nooit de enige oorzaak van een calciumtekort. Meestal is er sprake van:

  • Een verminderde bijschildklierwerking. Er is een evenwicht tussen de hoeveelheid vitamine D, calcium (kalk), fosfaat en bijschildklierhormoon. Mensen met een verminderde bijschildklierwerking produceren onvoldoende of geen bijschildklierhormoon.
  • Nierziekten. Bij mensen met nierfunctiestoornissen is het evenwicht tussen calcium (kalk), fosfaat, vitamine D en bijschildklierhormonen in het bloed verstoord.
  • Een aandoening waardoor calcium minder makkelijk uit het voedsel opgenomen kan worden.
  • Een vitamine D tekort.

Verschijnselen
Meestal merkt u een calciumtekort niet of nauwelijks op. Bij een ernstig tekort aan calcium in het lichaam kunt u last krijgen van prikkelbaarheid, spierkrampen, epileptische aanvallen en een vreemde gevoelswaarnemingen, zoals kriebelingen, jeuk en tintelingen. Bij een langer durend tekort aan calcium in het lichaam kunt u last krijgen van botpijn en botbreuken door verzwakte botten.

Werking
Dit middel vult het tekort aan calcium in het lichaam aan. De verschijnselen van het calciumtekort verdwijnen in enkele weken tot maanden.

Lees meer over vitamine- en mineralengebrek . “

Botontkalking

Verschijnselen
Bij botontkalking (osteoporose) worden de botten brozer. Ze breken eerder en de wervels van de ruggengraat zakken in. U merkt zelf niet dat u botontkalking heeft. De arts kan met een botdichtheidsonderzoek bekijken hoe stevig de botten zijn.

Oorzaken
Botontkalking ontstaat doordat de botten te weinig calcium (kalk) opnemen. Er hoort een voortdurend evenwicht te zijn tussen aanmaak en afbraak van botten. Bij botontkalking (osteoporose) is de afbraak sterker dan de aanmaak.

Wanneer kan botontkalking ontstaan?
Botontkalking kan ontstaan onder verschillende omstandigheden. De belangrijkste zijn:

  • oudere leeftijd: Vanaf ongeveer 45-jarige leeftijd is de aanmaak van botten minder dan de afbraak. Dit is het geval bij zowel mannen als vrouwen, maar mannen hebben over het algemeen sterkere botten dan vrouwen, waardoor ze minder snel last hebben van botontkalking..
  • de overgang bij vrouwen: Het lichaam maakt dan minder oestrogenen aan. Oestrogenen zijn vrouwelijke geslachtshormonen die ook zorgen voor een evenwicht tussen de aanmaak en de afbraak van botweefsel. Hoe minder oestrogenen, hoe zwakker de botten.
  • verwijdering van de eierstokken bij vrouwen, aangezien de eierstokken oestrogenen aanmaken, die meehelpen bij de botopbouw.
  • gebruik van veel bijnierschorshormonen (corticosteroïden), zoals prednison, gedurende langere tijd. Deze hebben botontkalking als bijwerking.
  • te weinig beweging. Beweging stimuleert de botopbouw.
  • te weinig vitamine D. Vitamine D zorgt dat de botten calcium opnemen. Het wordt onder invloed van zonlicht gemaakt. Als u weinig in de buitenlucht komt, heeft u kans op te weinig vitamine D.

Werking
Dit middel zorgt voor een toename van de hoeveelheid calcium (kalk) in uw bloed. Hierdoor is er meer kalk beschikbaar voor de voortdurende botaanmaak. Van de werking van calcium bij botontkalking merkt u zelf niets. U loopt alleen minder kans op botbreuken. Extra calcium in de vorm van tabletten is niet altijd nodig. Door veel kalkrijk voedsel te gebruiken, voldoende te bewegen en regelmatig in de buitenlucht te zijn, kunt u de botaanmaak ook stimuleren.

Lees meer over botontkalking . “

Nierziekten

In het bloed heerst een evenwicht tussen calcium (kalk), fosfaat, vitamine D en bijschildklierhormonen. Deze stoffen kunnen elkaar beïnvloeden. Als de ene stof toeneemt kan hierdoor de ander afnemen, en andersom.

Bij sommige mensen is een te grote hoeveelheid fosfaat in het bloed ontstaan. Dit is bijvoorbeeld vaak het geval bij mensen met een verminderde nierwerking, zoals bij mensen die nierdialyse ondergaan.

Calciumcarbonaat bindt zich aan fosfaat in maag en darmen. Hierdoor kan minder fosfaat uit het voedsel worden opgenomen in het bloed. Ook gebruiken mensen die nierdialyse ondergaan vaak calcitriol, een soort vitamine D. De combinatie van calcitriol met calciumcarbonaat zorgt voor een betere hoeveelheid calcium- en bijschildklierhormoon in het bloed.

Lees meer over nierziekten . “

Maagklachten

Maagzuur is een vloeistof in de maag die nodig is om het voedsel te verteren. De maagwand zelf is goed beschermd tegen het bijtende maagzuur. Bij te veel maagzuur of bij wondjes op het maagslijmvlies kunt u echter last krijgen van het zuur. Dit merkt u aan een zeurderige of scherpe pijn. De pijn treedt meestal ongeveer één uur na het eten op, omdat de aanmaak van zuur dan het hoogst is, en ‘s nachts. Dit verschijnsel heet brandend maagzuur of zuurbranden.

Bij sommige mensen sluit het klepje tussen de slokdarm en de maag niet goed. Zij kunnen last krijgen van maagzuur dat in de slokdarm komt, met name als zij liggen of voorover bukken. De slokdarm kan dan geïrriteerd raken. Dit worden ook wel ‘refluxklachten` genoemd. U merkt dit vooral aan flinke pijn hoog in de buik of achter het borstbeen.

Calciumcarbonaat neutraliseert maagzuur. Het wordt in combinatie met andere werkzame stoffen gebruikt bij brandend maagzuur.

Lees meer over maagklachten . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten zoals misselijkheid, winderigheid, diarree en buikpijn

  • Verstopping (obstipatie)

    Gebruik dit middel daarom niet als u langdurig last heeft van verstopping

  • Te veel calcium in het bloed, vooral als u ook vitamine D gebruikt of als u een verminderde nier- of schildklierwerking heeft. Heeft u plotseling gebrek aan eetlust, spierzwakte, braken, verstopping, hevige dorst en moet u veel plassen? Waarschuw dan uw arts. Deze verschijnselen kunnen duiden op te veel calcium. Bij dialysepatiënten zal het bloed regelmatig op te veel calcium worden gecontroleerd.

  • Nierstenen met calcium. Raadpleeg uw arts als u ooit nierstenen heeft gehad. U heeft hier dan meer kans op.

    U vermindert deze kans als u extra veel drinkt, vooral bij het opstaan, bij slapengaan en tijdens de hoofdmaaltijden.

  • Overgevoeligheid voor dit middel. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk. Gebruik dit middel dan niet meer. Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid of een opgezwollen gezicht. Ga dan onmiddellijk naar een arts.

    In beide gevallen mag u dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor calciumcarbonaat. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel of soortgelijke middelen niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik calciumcarbonaat gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

Calciumcarbonaat vermindert de opname in het lichaam van de volgende middelen bij gelijktijdig innemen. De werking van deze middelen neemt dan af. Gebruik deze medicijnen daarom alleen ruim vóór of na calciumcarbonaat. Per medicijn vindt u welke tijdsperiode veilig is.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Middelen tegen botontkalking alendroninezuur, clodroninezuur, etidroninezuur, ibandroninezuur en risedronine. Neem deze medicijnen minstens twee uur vóór het medicijn met calcium.
  • Antibiotica van het tetracycline-type, zoals doxycycline, minocycline en demeclocycline. Neem deze antibiotica minstens 2 uur vóór of 4 uur na het medicijn met calcium.
  • De antibiotica ciprofloxacine en norfloxacine. Neem deze antibiotica minstens 2 uur vóór of 4 uur na het medicijn met calcium.
  • De schildklierhormonen levothyroxine en liothyronine. Neem deze medicijnen minimaal twee uur vóór het medicijn met calcium of vier uur na het medicijn met calcium.
  • IJzerbevattende medicijnen, zoals ferrofumaraat, ferrogluconaat, ferrosulfaat of multivitamines met ijzer. Gebruikt u ijzerbevattende medicijnen MET gereguleerde afgifte (te herkennen aan ‘MGA’ of ‘retard’)? U mag dit niet samen gebruiken. Overleg met uw arts of een ijzerbevattend medicijn ZONDER gereguleerde afgifte voor u mogelijk is.
    Gebruikt u ijzerbevattende medicijnen ZONDER gereguleerde afgifte. Neem het medicijn met ijzer minimaal twee uur vóór het medicijn met calcium of vier uur na het medicijn met calcium.
  • Eltrombopag, een medicijn tegen doorbloedingsstoornissen. Neem het medicijn met calcium minstens 4 uur voor of 2 uur na eltrombopag.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Uw apotheker kan u precies vertellen hoeveel tijd er tussen de verschillende medicijnen moet zijn en kan voor u een innameschema maken. Wordt het innameschema in uw situatie te lastig, overleg dan met uw arts. Misschien kunt u tijdelijk stoppen met dit medicijn. Of misschien kan uw arts één van beide medicijnen vervangen door een medicijn dat u wel samen mag gebruiken.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden of alcohol drinken?
Bij dit middel zijn hiervoor geen beperkingen.

alles eten?
Eet bij voorkeur het middel met calcium niet tegelijk spinazie, zemelen en graanproducten. Deze voedingsmiddelen verminderen de opname van de calcium. U kunt deze voedingsmiddelen natuurlijk wel nemen op een ander tijdstip van de dag.

Nierziekten: een andere manier om de hoeveelheid fosfaat in het bloed te verlagen is door een fosfaatarm dieet te gebruiken. Dit adviseert de arts meestal ook naast het gebruik van calciumcarbonaat.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

U kunt dit middel veilig gebruiken. Het wordt al jarenlang gebruikt door zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven, zonder nadelige gevolgen voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd in de bijsluiter of op het etiket van de apotheek.

Hoe?

  • Bruistabletten moet u eerst oplossen in een glas water. Opdrinken zodra er geen gasbelletjes meer ontstaan.
  • Kauwtabletten moet u goed fijnkauwen voor het doorslikken.
  • Kauwgom: kauw de kauwgom 15 minuten. Gooi deze daarna weg. Niet doorslikken. 

Wanneer?

  • Calciumtekort en botontkalking: het beste kunt u vaste tijdstippen kiezen, dan vergeet u minder snel een dosis. Gebruikt u veel calcium, dan is het ook belangrijk de inname goed over de dag te verdelen, omdat de calcium dan het beste wordt opgenomen. Als u het twee of drie keer per dag gebruikt, kunt u het bijvoorbeeld innemen vlak na het opstaan, rond vier uur in de middag en ’s avonds voor u gaat slapen.
  • Nierziekten: neem het middel met calciumcarbonaat in bij het eten. Het kan dan namelijk meteen het fosfaat uit het voedsel binden.
  • Maagklachten (altijd in combinatie met één of meer andere maagmiddelen). Neem dit middel in bij zuurbranden of pijn. Wilt u maagklachten voorkomen? Neem het dan een half uur tot een uur na elke maaltijd, en voor u gaat slapen.

Hoe lang?

  • Calciumtekort: vaak is een calciumtekort in enkele weken tot maanden opgeheven.
  • Botontkalking: waarschijnlijk zult u dit middel langdurig moeten gebruiken. Soms voert de arts een botdichtheidsmeting uit.
  • Nierziekten: u zult dit moeten gebruiken zolang de oorzaak van het teveel aan fosfaat aanwezig is.
  • Maagklachten: u kunt dit middel, in combinatie met andere maagzuurbindende middelen, gebruiken totdat uw klachten verdwenen zijn. Raadpleeg uw arts als u binnen twee weken geen verbetering bemerkt of als de maagklachten juist verergeren.