Welkom bij Apotheek Erasmus in Rotterdam

Met veel plezier staan wij voor u klaar en helpen u graag verder. Bij ons kunt u terecht voor informatie en advies op het gebied van gezondheid en geneesmiddelen. Wij maken uw medicijnen klaar en controleren of deze medicijnen passen bij uw actuele en persoonlijke gezondheidssituatie.

Let op: wij zijn NIET verbonden aan het ziekenhuis

West-Kruiskade 21 A
3014 AK Rotterdam
Tel: 010-4129331
E-mail: info@erasmusapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

dalteparine

Dalteparine is een antistollingsmiddel.

Artsen schrijven het voor bij trombose, om trombose te voorkomen, na een hartinfarct en in sommige gevallen bij COVID-19 (corona).

Wat doet dalteparine en waarbij gebruik ik het?

Hartinfarct (hartaanval)

Oorzaak
Bij een hartinfarct krijgt een deel van het hart onvoldoende bloed. Meestal komt dit door een bloedstolsel in een van de bloedvaten die het hart van bloed voorzien. Het bloedvat raakt verstopt, waardoor een deel van het hart dat te weinig bloed krijgt. Dat deel van het hart raakt beschadigd en kan niet meer optimaal werken.

Voorkomen van een tweede hartinfarct
Artsen schrijven soms dalteparine samen met acetylsalicylzuur voor om een tweede hartinfarct te voorkomen. Beide middelen remmen de vorming van bloedstolsels, zodat niet zo snel opnieuw een bloedvat verstopt kan raken.

Werking
Hoe dalteparine werkt kunt u hierboven lezen bij `Trombose`.

Lees meer over hartinfarct (hartaanval) . “

Trombosebeen

Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden.
Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in het been afsluit, spreken we van een trombosebeen.
Bij een trombosebeen kan het bloed minder goed stromen en krijgt het been te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. Uw onderbeen kan dan dik, rood en pijnlijk zijn.

Oorzaak
Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Ook na operaties, bij kunstmatige hartkleppen of vaatprothesen kunnen bloedstolsels ontstaan. Zo`n bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren die  verderop een bloedvat in het been afsluiten.

Werking
Dalteparine voorkomt de vorming van bloedstolsels. Van de werking van dalteparine voelt u zelf niets.
Als u begint met dalteparine, voorkomt dalteparine meteen de vorming van bloedstolsels.

Lees meer over trombosebeen . “

Longembolie

Als er schade is aan bloedvaten, kunnen we bloed verliezen. Als reactie klontert het bloed samen en vormt een bloedstolsel. Het bloedstolsel repareert de schade aan het bloedvat. Hierdoor stopt het bloeden.
Maar het bloedstolsel kan ook los raken van het bloedvat en in het bloed komen. Via het bloed kan het bloedstolsel ergens anders komen en een kleiner bloedvat afsluiten. Als dit bloedstolsel een bloedvat in de longen afsluit, spreken we van een longembolie.
Bij een longembolie kan het bloed minder goed stromen en krijgen de longen te weinig bloed. Ook kan een ader helemaal afgesloten zijn. U gaat dan sneller ademen en heeft pijn met ademen. Ook kan het zijn dat u slijm met een beetje bloed ophoest.

Oorzaak
Bloedstolsels kunnen ontstaan in ruwe, ontstoken of beschadigde bloedvaten. Dit kan bijvoorbeeld bij ernstige aderverkalking (atherosclerose). Ook na operaties, bij kunstmatige hartkleppen of vaatprothesen kunnen bloedstolsels ontstaan. Zo`n bloedstolsel kan een bloedvat afsluiten, met soms ernstige gevolgen. Ook kan de bloedstroom losgeraakte stukjes bloedstolsel meevoeren, die verderop een bloedvat in de longen afsluiten.

Werking
Dalteparine voorkomt de vorming van bloedstolsels. Van de werking van dalteparine voelt u zelf niets.
Als u begint met dalteparine, voorkomt dalteparine meteen de vorming van bloedstolsels.

Lees meer over longembolie . “

COVID-19 (corona)

COVID-19 is de ziekte die wordt veroorzaakt door het coronavirus SARS-CoV-2. Coronavirussen leven in de neus en de keel. Ze kunnen zich verspreiden van mens tot mens door bijvoorbeeld hoesten, niezen of door te zoenen.

Verschijnselen 
Bij een groot deel van de besmette mensen verloopt deze ziekte zonder ernstige verschijnselen. Maar vooral bij mensen met een verminderde afweer, zoals ouderen en langdurig zieken, kan dit ernstig verlopen. Deze mensen kunnen een longontsteking krijgen en hieraan overlijden.

Bij mensen met een infectie met COVID-19 is gezien dat ze mogelijk meer kans hebben op longembolie en trombose.

Behandeling en effect
Artsen schrijven dalteparine voor bij mensen die in het ziekenhuis liggen door een infectie met COVID-19 en kans hebben op longembolie of trombose. Bijvoorbeeld mensen die niet uit bed kunnen komen en al eerder een longembolie of trombose hebben gehad.

Dalteparine voorkomt de vorming van bloedstolsels en vermindert zo de kans op longembolie en trombose. Van de werking van dalteparine voelt u zelf niets.

Lees meer over covid-19 (corona) . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Bloedingen. Dit komt doordat het bloed langzamer stolt en het dus langer duurt voordat een wondje stopt met bloeden. U kunt ook merken dat u sneller bloeduitstortingen of blauwe plekken krijgt, ook zonder dat u zich (hard) stoot. Als u een maag- of darmzweer heeft bestaat er een grotere kans op bloedingen die moeilijk te stoppen zijn. Het gebruik van een maagbeschermend middel kan dit risico verminderen. Overleg hierover met uw arts.

    Krijgt u ernstige uitwendige bloedingen, neem dan altijd zo snel mogelijk contact op met uw arts.

  • Pijn of bloeduitstorting op de injectieplaats

  • Heeft u een bloedstollingsziekte. U heeft meer kans op bloedingen.

    Overleg met uw arts of apotheker voor u dit medicijn gaat gebruiken.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Overgevoeligheid voor dit middel. Dit merkt u aan allergische huidreacties met jeuk of bultjes.

     Raadpleeg bij deze verschijnselen uw arts. Geef aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor dalteparine. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u het middel niet opnieuw krijgt.

  • Haarverlies (tijdelijk)

  • Bloedafwijkingen, zoals een tekort aan bloedplaatjes

Bij langdurig gebruik, langer dan drie maanden

  • Botontkalking (osteoporose)

    Overleg met uw arts of in uw geval voorkomen van botontkalking met medicijnen, calcium of vitamines nodig is.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik dalteparine gebruiken met andere medicijnen?

  • Andere middelen kunnen het effect op de bloedstolling versterken, zoals acetylsalicylzuur, acenocoumarol en fenprocoumon. Gebruik deze middelen alleen samen met dalteparine als uw arts de combinatie bewust heeft voorgeschreven.
  • De ontstekingsremmende pijnstillers, zoals ibuprofen, naproxen, diclofenac en acetylsalicylzuur in hoge dosering verhogen de kans op bloedingen in maag en darmen. Gebruik daarom liever paracetamol als pijnstiller.
  • Sommige medicijnen tegen kanker. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat. Deze medicijnen verhogen de kans op bloedingen. Overleg hierover met uw arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden,alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U kunt dit medicijn gebruiken tijdens de zwangerschap. Het medicijn is niet schadelijk voor het kind. Wel zult u meestal vlak voor de bevalling met dit medicijn moeten stoppen. Of verlaagt uw arts de dosering. Hierdoor is de kans op bloedingen kleiner. Overleg hierover met uw arts.

Borstvoeding 
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Het medicijn komt in kleine hoeveelheden in de moedermelk terecht, maar is niet schadelijk voor het kind.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Dit medicijn geeft men via een injectie vlak onder de huid of via een infuus. Meestal kunt u de injectie onder de huid zelf leren toedienen.

  • Dien de injectie toe in de voor- of zijkant van de buik of in de bovenbenen. Vermijd toedienen in de buurt van een wond of litteken.
  • Ontsmet de huid.
  • Verwijder het rubberen afdekdopje van de wegwerpspuit. Verwijder NIET de luchtbel in de injectiespuit.
  • Neem een flinke huidplooi tussen duim en wijsvinger. Breng de naald loodrecht in zijn geheel in de huidplooi.
  • Druk de zuiger van de spuit langzaam in tot alle vloeistof is ingespoten. Trek de naald daarna terug en laat nu pas de huidplooi los.
  • Indien u ziet dat er een kleine bloeding op de plaats van injectie ontstaat, kunt u het beste de plek met uw vingers enkele minuten dichtdrukken.
  • Gooi de spuit met naald weg in een speciale afvalcontainer. U kunt deze verkrijgen bij uw apotheek. Volle containers kunt u bij uw apotheek inleveren.

Wanneer?

  • Indien u dit medicijn 1 keer per dag toedient: kies een vast tijdstip, bijvoorbeeld ’s ochtends om 08.00 uur en injecteer de volgende dosis steeds na 24 uur, dus de volgende dag om 08.00 uur.
  • Indien u dit middel 2 keer per dag toedient: kies vaste tijdstippen met twaalf uur tussentijd, bijvoorbeeld om 08.00 uur en om 20.00 uur.

Hoe lang?
Hoe lang u dit medicijn moet gebruiken hangt af van uw situatie:

  • om trombose na operaties te voorkomen: meestal 5 tot 7 dagen na de operatie of totdat u weer uit bed mag. Bij heupoperaties tot 5 weken of nog langer;
  • bij patiënten die niet uit bed kunnen komen met een acute aandoening zoals hartfalen of ernstige infecties: meestal 12 tot 14 dagen of totdat u weer uit bed mag, eventueel langer;
  • bij de behandeling van trombose in een ledemaat en bij longembolie: afhankelijk van de mate van stolling van het bloed, meestal minimaal 5 dagen;
  • na een acuut hartinfarct of hartkramp (angina pectoris) samen met acetylsalicylzuur: meestal minimaal 6 dagen.
  • bij een infectie met COVID-19 (corona): zo lang u extra zuurstof krijgt.

In de meeste gevallen kan – als dit nog nodig is – de behandeling daarna worden voortgezet met andere middelen tegen trombose, zoals de bloedverdunnende tabletten acenocoumarol of fenprocoumon of acetylsalicylzuur.