Welkom bij Apotheek Erasmus in Rotterdam

Met veel plezier staan wij voor u klaar en helpen u graag verder. Bij ons kunt u terecht voor informatie en advies op het gebied van gezondheid en geneesmiddelen. Wij maken uw medicijnen klaar en controleren of deze medicijnen passen bij uw actuele en persoonlijke gezondheidssituatie.

Let op: wij zijn NIET verbonden aan het ziekenhuis

West-Kruiskade 21 A
3014 AK Rotterdam
Tel: 010-4129331
E-mail: info@erasmusapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

glatirameer

Glatirameer beïnvloedt de lichaamseigen afweer. Het remt de ontsteking en beschadiging van de beschermende laag rond de zenuwen.

Artsen schrijven het voor bij Multiple Sclerose (MS).

Wat doet glatirameer en waarbij gebruik ik het?

Multiple Sclerose (MS)

Bij multiple sclerose (MS) valt het eigen afweersysteem de beschermende laag rond de zenuwen in hersenen en ruggenmerg aan. Hierdoor ontstaan ontstekingen en littekens in deze beschermende laag en werken sommige zenuwen minder goed of niet meer.

Verschijnselen
De klachten van MS zijn afhankelijk van de zenuwen die zijn aangedaan. Vaak begint MS met vermoeidheid en minder goed zien met één oog. Soms zijn er ook spierkrampen en gevoelstoornissen, zoals tintelingen. De klachten kunnen in aanvallen optreden (schubs), maar ook continu aanwezig zijn.

Behandeling
MS wordt behandeld door een neuroloog. Met de behandeling probeert de neuroloog nieuwe schubs te voorkomen en ervoor te zorgen dat u uw dagelijkse activiteiten kunt blijven doen. Een van de medicijnen die uw neuroloog kan voorschrijven is glatirameer.

Werking
Glatirameer remt de afweer van het lichaam tegen de eigen zenuwcellen. Hierdoor helpt glatirameer de zenuwen te beschermen tegen MS. Glatirameer kan MS niet genezen, maar het kan wel het aantal schubs verminderen en de voortgang van de ziekte vertragen.

U merkt het effect meestal na een aantal maanden. U zult dan minder vaak een schub hebben.

Lees meer over multiple sclerose (ms) . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Meteen na de injectie: opvliegers, blozen, pijn op de borst, hartkloppingen, snelle hartslag en benauwdheid.

    Deze bijwerkingen verdwijnen vanzelf binnen een half uur. Blijft u hier last van houden, raadpleeg dan uw arts.

  • Pijn, zwelling, roodheid, jeuk of ontsteking op de plaats van de injectie.

    Om dit te voorkomen moet u elke keer een andere injectieplaats kiezen. Namelijk op de buik, arm, heup of dijbeen. Raadpleeg uw arts bij zwellingen op de huid.

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid.

    Zelden verstopping, diarree, buikpijn en verlies van eetlust. Overleg met uw arts als u hier te veel last van heeft. Zeer zelden maag- of darmzweer. Waarschuw uw arts, als u pijn in de bovenbuik heeft.

  • Meer kans op infecties, zoals griep.

    Dit komt doordat uw afweer is verminderd. Zelden oorontsteking, loopneus, koortslip, bronchitis, vaginale infecties. Raadpleeg uw arts, als u een of meer van de volgende verschijnselen heeft: koorts, gevoel van zwakte, hoofdpijn, benauwdheid, duizeligheid, oorpijn, spierpijn of zweten.

  • Gewrichtspijn en rugpijn.

    Zeer zelden gewrichtsontsteking of peesaandoeningen.

  • Psychische klachten zoals angst of depressie.

    Zelden nervositeit. Zeer zelden hallucinaties of verwardheid. Als u deze bijwerkingen opmerkt, neem dan contact op met uw arts of apotheker.

  • Huiduitslag of galbulten.

    Dit kan wijzen op overgevoeligheid, maar dat hoeft niet. Zelden ontstaan goedaardige huidtumoren. Zeer zelden onderhuidse pijnlijke rode zwellingen op de onderbenen. Raadpleeg uw arts bij huidklachten.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Vasthouden van vocht (dikke enkels en voeten). U merkt dit ook aan een toename van uw lichaamsgewicht.

  • Hoge bloeddruk.

    Daarom zal de arts uw bloeddruk regelmatig controleren. Bij mensen met hoge bloeddruk zal de arts soms de dosering van de bloeddrukmedicijnen aanpassen.

  • Plasproblemen, zoals moeilijk kunnen plassen of vaak kleine beetjes moeten plassen.

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt.

  • Smaakveranderingen, moeite met slikken.

  • Trillen (tremor).

  • Oogklachten, zoals droge ogen, dubbelzien, wazig zien.

    Zeer zelden staar (cataract). Verder kan het bovenste ooglid gaan hangen, waardoor u moeilijker kunt zien.

  • Hoofdpijn, migraine

  • Spraakstoornissen

  • Opgezette lymfklieren, rillingen, hoesten, flauwvallen.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit merkt u aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Raadpleeg uw arts als u hier last van heeft. Een ernstige overgevoeligheid is te merken aan benauwdheid, een opgezwollen gezicht of flauwvallen. Ga dan onmiddellijk naar een arts. Als u overgevoelig bent voor dit medicijn, mag u het in de toekomst niet meer gebruiken. Geef dit dan aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Ademhalingsproblemen, zoals een stokkende ademhaling en hyperventileren.

  • Geheugenstoornissen

  • Nierbekkenontsteking en nierstenen. Dit merkt u aan buikpijn of pijn in de zij of rug, pijn bij het plassen, bloed in de urine.

    Waarschuw uw arts.

  • Aandoening van de lever of milt, galstenen. Dit merkt u aan pijn boven in de buik.

    Waarschuw dan uw arts.

    Uw arts zal de werking van de lever regelmatig controleren.

  • Minder witte bloedcellen en bloedplaatjes. U merkt dat aan een grotere kans op infecties, sneller blauwe plekken, of bloedneuzen.

  • Bij vrouwen: gespannen borsten, vaginaal bloedverlies.

  • Bij mannen: impotentie.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik glatirameer gebruiken met andere medicijnen?

Van dit medicijn zijn geen wisselwerkingen met andere medicijnen bekend.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Meestal heeft dit medicijn geen effect op de rijvaardigheid. Autorijden is dan geen probleem. Maar het kan zijn dat u door dit medicijn duizelig, angstig of nerveus bent of last heeft van een zwak gevoel. Heeft u hier last van? Dan kunt u beter niet autorijden.

Let op: ook MS kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer’ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Samen kunt u bespreken wat het risico voor de baby is als u doorgaat met het medicijn. Of wat het risico voor u of uw baby is als u met het medicijn stopt.

Er is redelijk veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens het begin van de zwangerschap. U kunt dit medicijn veilig gebruiken aan het begin van uw zwangerschap.
Over het gebruik van dit medicijn later in de zwangerschap is nog te weinig bekend.

Maar soms kan het ook schadelijk voor de baby of voor u zijn, als MS niet zo goed mogelijk behandeld wordt. Overleg daarom met uw arts over de voor- en nadelen.

Borstvoeding
U kunt dit medicijn veilig gebruiken als u borstvoeding geeft. Er is redelijk veel ervaring met het gebruik van dit medicijn tijdens het geven van borstvoeding. En er zijn geen bijwerkingen bij het kind gemeld.

 

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Hoe?

  • U zult in het begin van de behandeling leren hoe u uzelf onderhuids moet injecteren. Uw arts of verpleegkundige zal u de eerste paar keer begeleiden tijdens het toedienen van glatirameer.
  • Lees ook de instructies in de bijsluiter.
  • Kies elke dag een andere injectieplaats, dat verkleint de kans op pijn en irritatie van de injectieplaats.

Wanneer?
Gebruikt u dit medicijn 1 keer per dag? Gebruik het elke dag op een vast tijdstip. Dan vergeet u minder snel een dosis.

Gebruikt u dit medicijn 3 keer per week? Zorg ervoor dat er minstens 48 uur (2 dagen) zit tussen 2 toedieningen. Kies daarom 3 vaste dagen van de week op een vast tijdstip, bijvoorbeeld maandag, woensdag en vrijdag na het ontbijt.

Hoelang?
Het kan een aantal maanden duren voordat u merkt dat het aantal schubs afneemt. Als dit medicijn bij u werkt, kunt u het een aantal jaren blijven gebruiken.