Welkom bij Apotheek Erasmus in Rotterdam

Met veel plezier staan wij voor u klaar en helpen u graag verder. Bij ons kunt u terecht voor informatie en advies op het gebied van gezondheid en geneesmiddelen. Wij maken uw medicijnen klaar en controleren of deze medicijnen passen bij uw actuele en persoonlijke gezondheidssituatie.

Let op: wij zijn NIET verbonden aan het ziekenhuis

West-Kruiskade 21 A
3014 AK Rotterdam
Tel: 010-4129331
E-mail: info@erasmusapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Medische encyclopedie > Geneesmiddelen zoeken > Geneesmiddelen overzicht > levodopa met carbidopa en entacapon

Inhoud

levodopa met carbidopa en entacapon

Levodopa werkt hetzelfde als dopamine, een stof die van nature in de hersenen voorkomt. Carbidopa en entacapon remmen de afbraak van levodopa, zodat dit medicijn sterker en langer werkt.

Artsen schrijven het voor bij de ziekte van Parkinson.

Wat doet levodopa met carbidopa en entacapon en waarbij gebruik ik het?

Ziekte van Parkinson

Bij de ziekte van Parkinson kunnen de hersenen niet meer de juiste berichten versturen, bijvoorbeeld naar de spieren. Dit komt bijvoorbeeld door niet genoeg aan dopamine in de hersenen. Dopamine is een boodschapperstof in de hersenen (‘neurotransmitter’) waardoor zenuwen in de hersenen met elkaar kunnen communiceren.

Verschijnselen
Er  ontstaan bewegingsproblemen, zoals spierstijfheid, moeite met slikken, beven, loop- en spraakstoornissen. De verschijnselen van de ziekte van Parkinson worden in de loop van de jaren steeds sterker.

Behandeling
De ziekte van Parkinson is niet te genezen. Medicijnen kunnen wel een deel van de verschijnselen minder erg maken.

Het moment waarop u met de medicijnen start, hangt af van uw klachten en van uw persoonlijke situatie. Uw arts maakt een plan voor u, waarin verschillende behandelingen elkaar opvolgen. Elk medicijn werkt namelijk maar tijdens een bepaalde periode voldoende. Als het minder goed werkt, krijgt u een andere dosering of medicijn.

Werking
Een van de medicijnen in dit stappenplan is levodopa. Het lichaam zet dit om in dopamine. Zo wordt het tekort aangevuld. Levodopa wordt altijd samen met de enzymremmer carbidopa of benserazide gebruikt. Deze enzymremmers voorkomen dat levodopa al in de maag en het bloed omgezet wordt in dopamine in plaats van in de hersenen. Entacapon zorgt dat levodopa sterker en langer werkt. 

Heel soms stapt uw arts over op toediening rechtstreeks in de darm, via een sonde. Via de sonde komen kleine hoeveelheden levodopa continu vrij.

Als levodopa minder goed werkt, voegt uw arts andere parkinson-medicijnen toe.

Effect
Na een paar dagen tot weken merkt u dat u minder stijf bent en makkelijker kunt bewegen.

Lees meer over ziekte van parkinson . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Omdat entacapon zorgt dat levodopa langer en sterker werkt, kan het de bijwerkingen van levodopa versterken. Dit zal vooral de eerste tijd van het gebruik het geval zijn. Meestal helpt het als de dosering levodopa omlaag gaat. Overleg hierover met uw arts.

De belangrijkste bijwerkingen zijn de volgende:

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Roodbruine kleur van de urine. Zeer zelden kunnen zweet en speeksel een donkere kleur krijgen.

    Dit is niet erg. Ga toch uw arts, want rode verkleuring van de urine kan ook wijzen op een bloeding.

  • Duizelig voelen, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel.

    Zorg dat u langzaam opstaat als u ligt of zit. Voelt u zich toch duizelig? Dan kunt u het best even gaan liggen en de benen wat hoger leggen. Bijvoorbeeld op een kussen. Deze klacht gaat meestal binnen een paar dagen tot weken over. Als uw lichaam zich heeft ingesteld op dit medicijn. Als u na een paar weken nog steeds last heeft van duizeligheid, raadpleeg dan uw arts.

  • Droge mond

    Heeft u veel last van een droge mond? Dan kunt u de aanmaak van speeksel stimuleren met (suikervrije) kauwgom. Of door te zuigen op ijsblokjes. Door de droge mond ontstaan sneller gaatjes in uw gebit en ontstekingen van het slijmvlies van de mondholte. Poets en flos extra goed als u merkt dat u last blijft houden van een droge mond. Laat als u wilt de tandarts vaker controleren.

  • U ziet, voelt of hoort dingen die er niet zijn (hallucinaties) en in de war zijn. Mensen die al psychische klachten hebben kunnen meer klachten krijgen. 

    Heeft u schizofrenie, waandenkbeelden, hallucinaties of heeft u last van psychosen? Overleg dan eerst met uw psychiater voor u dit medicijn gaat gebruiken.

  • Hartkloppingen en zelden onregelmatige hartslag

    Neem contact op met uw arts als u dit merkt. Zelden kunt u last krijgen van pijn op de borst of een hartritmestoornis. Als u hier last van krijgt, waarschuw dan uw arts.

  • Maagdarmklachten zoals misselijk voelen en zelden overgeven, verstopping, diarree, buikpijn en gebrek aan eetlust. Vooral als u begint met dit medicijn.

    Deze klachten gaan meestal binnen een paar dagen tot weken over. Als uw lichaam zich heeft ingesteld op het medicijn. Heeft u na een paar weken nog steeds last van maagdarmklachten? Raadpleeg dan uw arts.

  • Infectie van de urinewegen, zoals een blaasontsteking

    U kunt last krijgen van pijn bij het plassen, steeds het gevoel krijgen dat u moet plassen en telkens kleine beetjes plassen. Heeft u hier veel last van? Ga dan naar uw arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Na 5 tot 10 jaar gebruik kan het op onvoorspelbare momenten gaan werken. Of kan het plotseling niet meer werken. Op die momenten heeft u weer meer last van de verschijnselen van de ziekte. Zoals stijfheid, vermoeidheid en traagheid (‘on-off’ verschijnsel).

    Dit ontstaat waarschijnlijk door verergering van de ziekte. Raadpleeg uw arts. Mogelijk past uw arts de behandeling aan.

  • Hoofdpijn, wazig zien, draaierig zijn en moe zijn

  • Psychische bijwerkingen, zoals depressie, slapeloosheid, nachtmerries en dementie kunnen ontstaan of erger worden.

  • Bij gebruik van de sonde: zenuwbeschadiging. Krijgt u last van een doof of tintelend gevoel? Raadpleeg dan uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Meer zin in vrijen en meer kans op verslaving, zoals te veel kopen, gokken of medicijngebruik.

    Deze bijwerkingen gaan over na een verlaging van de dosis of als u met het medicijn stopt. Neem contact op met uw arts als u hier last van heeft.

  • Slaperigheid overdag of plotselinge slaapaanvallen.

    Rijd geen auto als u hier last van heeft. Als u hier last van blijft houden, raadpleeg dan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast.

  • Haaruitval

    Raadpleeg uw arts als u hier veel last van heeft.

  • Verkleuring van huid, haren en nagels. Dit is niet gevaarlijk.

  • Ontsteking van de dikke darm

  • Leveraandoeningen. Raadpleeg uw arts bij gele verkleuring van huid of oogwit.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kunt u merken aan jeuk, huiduitslag of galbulten.

    In zeldzame gevallen ontstaat er een zwelling van mond, tong, of gezicht, benauwdheid of veel zweten. Waarschuw dan meteen een arts. In beide gevallen mag dit medicijn in de toekomst niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheker door dat u overgevoelig bent voor dit medicijn. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn niet opnieuw krijgt.

  • Tekorten aan bepaalde bloedcellen. Heeft u last van onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid, keelpijn met koorts en blaren in de keel of neusbloedingen? Waarschuw dan uw arts.

    Mogelijk controleert uw arts uw bloed om deze klachten te voorkomen.

  • Heeft u een van de onderstaande klachten? Dan mag u dit medicijn NIET gebruiken. Overleg met uw arts.

    • Bijniertumor
    • Erge hartfalen
    • Erge hartritmestoornis
    • Snelwerkende schildklieren
    • Ziekte van Cushing
    • Als u ooit huidkanker heeft gehad
    • Als u ooit overmatige afbraak van spiercellen (niet-traumatische rabdomyolyse) heeft gehad.
    • Als u ooit maligne neurolepticasyndroom heeft gehad. Dit is een zeldzame bijwerking van medicijnen die worden gebruikt bij erge psychische klachten.
    • bij drank via de sonde: hersenbloeding
  • Bij mensen met een aangeboren tekort van het enzym G6PD kan een ernstige bloedafwijking ontstaan. U merkt deze bloedafwijking aan moe of duizelig zijn, bleke kleur, gele huid, donkere kleur van uw plas en kortademig zijn.

    Overleg met uw arts. Weet u dat u een G6PD-tekort heeft? Geef dat door aan de apotheek. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u medicijnen die problemen veroorzaken bij G6PD-tekort niet meer krijgt.

  • Bij gebruik van de sonde: infecties rond de stoma (waar de sonde de buikwand binnengaat).

    Raadpleeg in dat geval de arts.

Na een paar jaren gebruik bij de ziekte van Parkinson

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Onwillekeurige en onrustige bewegingen (dyskinesie)

    Dit komt voor op vaste tijden, bijvoorbeeld vlak na het innemen van het medicijn. Als u het medicijn langer gebruikt kunnen de ongewilde bewegingen ook onverwacht optreden. Raadpleeg uw arts. Mogelijk past uw arts de behandeling aan.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik levodopa met carbidopa en entacapon gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De belangrijkste wisselwerkingen met dit medicijn zijn de volgende.

  • Medicijnen tegen wanen (u gelooft of denkt dingen die niet kloppen) enhallucinaties (u ziet, voelt of hoort dingen die er niet zijn) (antipsychotica). Deze gaan de werking van levodopa tegen. Hierdoor kunt u weer meer last krijgen van de verschijnselen van de ziekte van Parkinson. Ook zorgen ze door hun bijwerkingen voor ergere verschijnselen van de ziekte van Parkinson. Overleg met uw arts als u merkt dat levodopa minder goed werkt.
    Andersom zorgt levodopa voor een minder goede werking van antipsychotica. Overleg met uw arts als u last heeft van wanen en hallucinaties. Mogelijk is dit het gevolg van levodopa en kan de dosering hiervan worden verlaagd. Heeft u last van blijvende wanen en hallucinaties? Dan kan de arts kiezen voor een ander antipsychoticum dat deze wisselwerking niet heeft.
  • Bepaalde medicijnen tegen misselijkheid en overgeven: chloorpromazine, droperidol, levomepromazine en metoclopramide. Deze gaan de werking van levodopa tegen. Hierdoor kunt u meer last krijgen van de verschijnselen van de ziekte van Parkinson. Andersom zorgt levodopa voor een minder goede werking van deze medicijnen tegen misselijkheid. Het medicijn domperidon mag wel voor een korte tijd worden gebruikt bij overgeven.
  • IJzerproducten (ferrofumaraat, ferrogluconaat, ferrosulfaat, ferrochloride) mag u niet op dezelfde tijd innemen als levodopa. Deze medicijnen zorgen voor een minder goede opname van levodopa in het lichaam. Neem het ijzerproduct 2 uur na levodopa in. Vraag uw apotheek eventueel om een doseerschema. IJzerproducten met gereguleerde afgifte mag u helemaal niet samen met levodopa gebruiken. De gereguleerde afgifte is te herkennen aan ‘MGA’ of ‘retard’. Overleg met uw arts of een ijzerpreparaat ZONDER gereguleerde afgifte voor u mogelijk is.
  • Andere medicijnen die het reactievermogen verminderen. Bij deze medicijnen is vaak op de verpakking een gele waarschuwingssticker geplakt. De effecten op bijvoorbeeld reactievermogen en coördinatievermogen versterken elkaar. Rijd geen auto als u behalve levodopa een ander medicijn gebruikt dat het reactievermogen beïnvloedt.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Het kan gevaarlijk zijn aan het verkeer deel te nemen als u dit medicijn gebruikt. Dit komt door bijwerkingen, zoals moe of slaperig zijn, slaapaanvallen, duizelig zijn, draaierigheid, flauwvallen, in de war zijn en hallucinaties. Plotselinge slaapaanvallen voelen de meeste mensen niet aankomen. U mag NIET autorijden als u daar wel eens last van heeft.

U mag de eerste paar dagen dat u dit medicijn gebruikt niet autorijden. Rijd ook geen auto als de dosering omhoog gaat. Pas nadat u tijdens een paar dagen dezelfde dosering gebruikt, mag u weer autorijden. Na een paar dagen zijn de meeste mensen voldoende gewend geraakt aan de effecten. U mag dan weer autorijden. Maar doe dat alleen als u geen last meer heeft van de bijwerkingen.

Let op: ook de ziekte van Parkinson kan een reden zijn dat u niet mag autorijden. Overleg met uw arts of dat bij u het geval is. Wilt u meer informatie over autorijden bij bepaalde aandoeningen? Kijk dan op de website van het CBR.

Voor meer algemene informatie kunt u het thema ‘Medicijnen in het verkeer’ lezen. In dit thema leest u bijvoorbeeld wat de wet zegt over medicijnen in het verkeer. Ook vindt u adviezen waarmee u rekening moet houden als u wel (weer) mag autorijden.

alcohol drinken?
Alcohol versterkt de bijwerkingen van dit medicijn en verhoogt de kans dat u plotseling in slaap valt. Heeft u niets van deze bijwerking gemerkt? Dan kunt u door het gebruik van alcohol wel suf worden en kunnen uw coördinatie- en beoordelingsvermogen minder worden. Ook verhoogt alcohol de kans op maagklachten en versterkt het de kans op duizelig zijn. Gebruik daarom liever geen alcohol als u dit medicijn slikt.

alles eten?
Uw lichaam kan dit medicijn niet goed opnemen door veel eiwitten. Eet u vaak voedsel waar veel eiwit in zit, zoals vlees, vis, melkproducten, noten of zaden? Overleg dan met uw arts.

Neem de tabletten altijd in met water. Neem het nooit in met melkproducten, zoals melk of yoghurt. Hierin zitten eiwitten, zie ook ‘Hoe gebruik ik dit medicijn’.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Over het gebruik van dit medicijn tijdens de zwangerschap is nog te weinig bekend. Daarom is niet zeker of dit medicijn altijd veilig is voor zwangere vrouwen en hun kind. Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent, of binnenkort wilt worden. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts of apotheker. Het kan ervoor zorgen dat de borstvoeding minder wordt. Dit medicijn gaat over in de moedermelk. Het is niet bekend of dit slecht voor de baby is. Mogelijk kunt u kunstvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?

  • Tabletten: innemen met een half glas water, niet met melk.
  • Via een vaste sonde: dit medicijn wordt met een pompje via een sonde (een slangetje) in uw dunne darm gebracht. De sonde loopt via uw maag naar uw dunne darm. 
    Let op dat de sonde niet verschuift. Het medicijn kan dan minder goed werken. Raadpleeg uw arts als u merkt dat het medicijn minder goed werkt. Bewaar de cassettes in de koelkast. Een geopend cassette is niet langer houdbaar dan 24 uur. Draagt u het pompje tegen uw lichaam aan? Dan is een geopend cassette niet langer houdbaar dan 16 uur. Gooi daarom aan het einde van de dag de rest weg.

Wanneer?

Tabletten:

  • Neem de tabletten in op een lege maag. Dat betekent een half uur vóór het eten of 1 uur na het eten (ontbijt, lunch, avondeten, tussendoortje).
  • Lukt innemen op een lege maag niet? Neem dit medicijn dan in met voeding waar weinig tot geen eiwit in zit.
  • Neem dit medicijn in met water, niet met melkproducten!
  • Neem dit medicijn op vaste tijden en eet op vaste tijden. Dan vergeet u minder snel een dosis.
  • Lees meer informatie over hoe u levodopa goed gebruikt op Levodopa goed gebruiken: 5 adviezen van uw apotheker.

Vaste sonde:
Via een vaste sonde naar uw dunne darm krijgt u het medicijn continu in uw lichaam.

Hoelang?
Het kan 3 maanden duren voor het duidelijk is of dit medicijn voldoende werkt bij u. Merkt u na 3 maanden nog niet dat het werkt? Dan zal de arts overwegen over te stappen op een ander medicijn.

In de loop van de jaren wordt de ziekte erger en werkt dit medicijn minder goed. U merkt dat aan bewegingsproblemen vlak voor de inname of tussen twee innames. Of doordat u plotseling verstijft. Soms werkt het medicijn even helemaal niet meer. Uw arts zal daarom regelmatig met u bespreken hoe goed dit medicijn nog werkt. Mocht het medicijn minder goed werken, dan zal de arts uw behandeling aanpassen.