Welkom bij Apotheek Erasmus in Rotterdam

Met veel plezier staan wij voor u klaar en helpen u graag verder. Bij ons kunt u terecht voor informatie en advies op het gebied van gezondheid en geneesmiddelen. Wij maken uw medicijnen klaar en controleren of deze medicijnen passen bij uw actuele en persoonlijke gezondheidssituatie.

Let op: wij zijn NIET verbonden aan het ziekenhuis

West-Kruiskade 21 A
3014 AK Rotterdam
Tel: 010-4129331
E-mail: info@erasmusapotheek.nl

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

trandolapril met verapamil

Trandolapril behoort tot de ACE-remmers. Het verlaagt de bloeddruk en verbetert de pompkracht van het hart. Verapamil behoort tot de calciumblokkers. Het verwijdt de bloedvaten, verlaagt de bloeddruk, verbetert de zuurstoftoevoer naar het hart en beïnvloedt de hartslag.

Artsen schrijven het voor bij een hoge bloeddruk.

Wat doet trandolapril met verapamil en waarbij gebruik ik het?

Hoge bloeddruk

Verschijnselen
Mensen met een hoge bloeddruk voelen hier in het algemeen niets van. Hoge bloeddruk is ook geen ziekte, maar geeft meer kans op hart- en vaatziekten.

Als de bloeddruk is verhoogd, stroomt het bloed te krachtig door de vaten. Dit is schadelijk voor de bloedvaten

Beschadigde bloedvaten verhogen de kans op een beroerte (herseninfarct of hersenbloeding) en ernstige hartziekten, zoals hartkramp en hartfalen.

Werking
Door dit medicijn ontspannen de bloedvaten zich en worden ze wijder. Het bloed kan daardoor beter doorstromen en de bloeddruk gaat omlaag. Ook scheiden de nieren meer zout (natrium) uit met de urine. Dit helpt ook de bloeddruk omlaag te brengen. Door de lagere bloeddruk is er minder kans op een hart- en vaatziekte, zoals een beroerte.

Behandeling
Bij de behandeling van een hoge bloeddruk kunnen artsen verschillende medicijnen voorschrijven. Vaak beginnen ze met een plastablet, een bètablokker en/of een ACE-remmer. Als dit niet voldoende helpt, kan de arts bovendien een ander medicijn voorschrijven, zoals een calciumblokker.

Effect
Na 3 tot 6 weken is het volledige effect van dit medicijn bereikt. Zelf merkt u hier niet veel van. U weet pas of het werkt bij een meting van uw bloeddruk. Toch is het belangrijk om trandolapril elke dag in te nemen. Alleen dan kan dit medicijn u optimaal beschermen tegen hart- en vaatziekten.

Lees meer over hoge bloeddruk . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Soms (bij 10 tot 30 op de 100 mensen)

  • Verstopping (obstipatie).

    Deze bijwerking treedt vooral in het begin van de behandeling op. Gebruik, als dat mogelijk is, vezelrijke voeding en drink veel. Raadpleeg uw arts als u last blijft houden van verstopping.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Kriebelhoest

    De hoest kan heel hardnekkig zijn en niet verminderen als u de gebruikelijke middelen tegen kriebelhoest gebruikt. Als bij u deze bijwerking niet over gaat, ga dan naar uw arts. Mogelijk kan uw arts een ander medicijn voorschrijven dat deze bijwerking niet heeft.

  • Duizeligheid, vooral bij opstaan uit bed of uit een stoel.

    Dit gaat in het algemeen over als uw lichaam zich heeft ingesteld op de lagere bloeddruk, binnen enkele dagen tot weken. Als u zich duizelig voelt, sta dan niet te snel op uit bed of van een stoel. U kunt het best even liggen en de benen wat hoger leggen, bijvoorbeeld op een kussen. Neem dit middel de eerste paar keer 's avonds in op de rand van uw bed, zodat u bij duizeligheid kunt gaan liggen. Raadpleeg uw arts als u na enkele weken nog steeds last heeft van duizeligheid.

  • Vermoeidheid en een zwak gevoel.

  • Hoofdpijn, warmtegevoel en blozen.

    Deze bijwerkingen zijn het gevolg van verwijding van de bloedvaten. Ze verdwijnen meestal na enkele weken. Raadpleeg uw arts, als u er hierna nog steeds last van heeft.

  • Tragere hartslag. Uw lichaam kan ook meer vocht vasthouden. Mensen met hartfalen kunnen meer klachten krijgen. Overleg hierover met uw arts. Mensen met een bepaald type aangeboren hartaandoening, het Wolff-Parkinson-White-syndroom, kunnen ernstiger ritmestoornissen krijgen.

    Gebruik is alleen verantwoord als de cardioloog regelmatig controleert.

  • Opgezwollen enkels en onderbenen.

    Deze bijwerking kan ontstaan door te veel verwijding van de bloedvaten in de benen, maar ook door een tragere hartslag. Waarschuw uw arts, als u last krijgt van dikke enkels.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, buikpijn, diarree of opkomend maagzuur. Mensen met chronische klachten van zuurbranden (reflux) kunnen meer klachten krijgen.

    Overleg dan met uw arts.
    Meestal helpt het als u dit medicijn met wat voedsel inneemt. Blijft u er ook na enige dagen last van houden? Neem dan contact op met uw arts.

    Diarree, overgeven of koorts kan voor uitdroging zorgen. Dit leidt vooral bij ouderen boven de 70 jaar en bij mensen met hartfalen of minder goed werkende nieren tot erge bijwerkingen. Daarom kan de arts bij deze groep mensen de dosering tijdelijk aanpassen. Valt u onder deze groep? En heeft u meerdere keren per dag last van overgeven of diarree, of heeft u langer dan 2 dagen koorts? Neem dan contact op met uw arts.

  • Vaker moeten plassen.

    Raadpleeg uw arts als u dit merkt.

  • Wazig zien.

    Meestal gaat dit na enige dagen tot weken over. Blijft u er last van houden? Raadpleeg dan uw arts.

  • Trillende handen, en een doof of tintelend gevoel in de ledematen.

  • Slaperigheid, of juist slapeloosheid, depressiviteit en verwardheid.

  • Smaakveranderingen, een droge mond en ontsteking van de tong.

    Door de droge mond kunnen zich eerder gaatjes in uw gebit ontwikkelen. Poets en flos daarom extra goed als u merkt dat u last heeft van een droge mond. Laat eventueel de tandarts vaker uw gebit controleren.

  • Borstvorming bij mannen en impotentie.

    Als u last heeft van deze bijwerking, vraag dan advies aan uw arts. Mogelijk moet de dosering aangepast worden, of is een ander medicijn geschikter voor u.

  • Teveel aan kalium, een bepaalde stof in het bloed. U merkt dit meestal zelf niet op. Een enkele keer kunt u hierdoor last krijgen van lusteloosheid en hartritmestoornissen. Een te hoog kaliumgehalte kan met name ontstaan als uw nieren minder goed werken of als u hartfalen heeft.

    Uw arts zal het kaliumgehalte regelmatig controleren.

  • Huiduitslag, galbulten en haaruitval. Als u de huidziekte psoriasis heeft: de klachten kunnen verergeren.

    Als u dit merkt, neem dan contact op met uw arts. Zeer zelden ontstaat een ernstige huidaandoening met blaren op de huid of een vurige rode huid. Waarschuw dan een arts.

  • Griepachtige verschijnselen met een loopneus, keelpijn, heesheid, kortademigheid, zweten en een longontsteking. Waarschuw bij ernstige benauwdheid een arts.

  • Een verminderde nierwerking na gebruik gedurende meerdere maanden.

    Meestal merkt u dit niet zelf op, maar via bloedonderzoek kan dit worden opgemerkt. Uw arts zal de nierfunctie regelmatig controleren.

  • Ontsteking van de alvleesklier of van de lever en bloedafwijkingen. Bij plotselinge hevige pijn in bovenbuik, geelzucht, onverklaarbare blauwe plekken, extreme vermoeidheid of keelpijn met koorts en blaren in de keel, moet u direct een arts waarschuwen.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. Dit kan zich uiten in 'angio-oedeem': een zwelling van het gezicht, lippen, mond, tong of keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.

    Als dit ontstaat moet u onmiddellijk een arts opzoeken of naar de Eerste-hulpdienst gaan. U mag dit soort middelen in de toekomst dan niet meer gebruiken. Geef daarom aan de apotheek door dat u overgevoelig bent voor trandolapril. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit middel of een andere ACE-remmer niet opnieuw krijgt.

  • Als u diabetes mellitus heeft: u kunt eerder een te laag bloedglucosegehalte (hypo) krijgen door dit middel.

    Controleer daarom vaker uw bloedglucosegehalte.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik trandolapril met verapamil gebruiken met andere medicijnen?

Dit medicijn heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling'.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Plastabletten. Deze wisselwerking is alleen van belang als u al wel een plastablet gebruikt en daar nu een ACE-remmer bij krijgt. De eerste paar dagen dat u deze combinatie gebruikt kunt u last krijgen van erge duizeligheid, doordat de bloeddruk sterk daalt. Meestal raadt de arts daarom aan om de plastabletten enkele dagen niet in te nemen. Na 2 of 3 dagen begint u dan met de ACE-remmer. U heeft zo minder last van duizeligheid. Als u de ACE-remmer vervolgens 2 of 3 dagen gebruikt kunt u zonder problemen de plastablet weer innemen. Ook kan uw arts u aanraden om de plastablet wel te blijven gebruiken. De arts zal dan aangeven om de eerste dagen met een lage dosis trandolapril te beginnen en die na een paar dagen te verhogen.
  • Andere bloeddrukverlagers. De bloeddruk kan te laag worden als u dit medicijn samen met andere bloeddrukverlagers gaat gebruiken. Uw arts houdt hier rekening mee en zal in het begin een lagere dosering voorschrijven. Al naar gelang het effect zal de arts de dosis geleidelijk verhogen. Als u een bloeddrukverlager van het type 'bètablokker' gebruikt, kan uw hartslag ook trager of onregelmatiger worden. U krijgt deze combinatie alleen als uw hartfunctie regelmatig gecontroleerd wordt.
  • Kaliumzout en de kaliumsparende plasmiddelen spironolacton en triamtereen. Door combinatie van de ACE-remmer met deze middelen kan de hoeveelheid kalium in het bloed te hoog worden. U merkt dit aan lusteloosheid en hartritmestoornissen. U kunt de combinatie veilig gebruiken, als bij u regelmatig de hoeveelheid kalium in het bloed wordt gemeten. Kalium zit ook in 'zeezout' of 'dieetzout'. Het eten van veel van deze zouten kan ook de hoeveelheid kalium in het bloed verhogen.
  • Lithium, een middel tegen manische depressiviteit. Trandolapril kan de bijwerkingen van lithium versterken, zoals maagdarmklachten, trillen, spierzwakte, spiertrekkingen, duizeligheid, slaperigheid, sufheid, verwardheid, verminderde concentratie, moeite met lopen en spreken en epileptische aanvallen. Waarschuw meteen uw arts als u last krijgt van één van deze bijwerkingen. Uw arts moet het lithiumgehalte in het bloed regelmatig laten meten en de dosering eventueel aanpassen.
  • Pijnstillers van het NSAID-type, zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac. Deze pijnstillers kunnen de werking van trandolapril bij hoge bloeddruk verminderen. Gebruik u een pijnstiller van het NSAID-type langer dan twee weken? Dan zal uw bloeddruk extra gecontroleerd moeten worden. Na een hartinfarct, als u verschijnselen van hartfalen hebt: als u meer klachten krijgt van moeheid, benauwdheid of dikke enkels, neem dan ook contact op met uw arts.
  • Bepaalde medicijnen voor een vergrote prostaat, namelijk de alfa-blokkers alfuzosine, doxazosine en terazosine. Deze kunnen in het begin van de behandeling de bloeddruk verlagen en duizeligheid veroorzaken. Verapamil versterkt deze bijwerking. Deze wisselwerking is alleen van belang de eerste dagen dat u met een alfa-blokker begint. U kunt de alfa-blokker de eerste keren het beste 's avonds innemen, als u al op bed zit, voor het geval u duizelig wordt. Als u een alfa-blokker met vertraagde afgifte gebruikt, kunt u de volgende ochtend duizelig worden bij het opstaan. Dit is na enkele dagen over.
  • Rifampicine, een medicijn tegen tuberculose. Rifampicine kan de werking van dit medicijn verminderen. Overleg hierover met uw arts. Mogelijk schrijft uw arts een ander medicijn voor.
  • Medicijnen gebruikt bij epilepsie fenobarbital en fenytoine. Deze medicijnen kunnen de werking van dit medicijn verminderen. Overleg hierover met uw arts.
  • Sint-janskruid (hypericum), een medicijn gebruikt bij depressie. Sint-janskruid is ook als kruidenmiddel verkrijgbaar. De werking van dit medicijn kan afnemen. Overleg met uw arts.
  • Sommige medicijnen tegen hiv en hepatitis C. Vraag aan uw apotheker om welke medicijnen dit gaat.

Dit medicijn kan van de volgende medicijnen de hoeveelheid in het bloed verhogen, waardoor deze medicijnen meer bijwerkingen veroorzaken. Indien u de combinatie toch moet gebruiken, is extra controle en dosisaanpassing door uw arts nodig. Ook als u weer stopt met dit medicijn moet de arts de dosis van onderstaande medicijnen opnieuw vaststellen.

  • Ivabradine, een medicijn tegen pijn op de borst dat de hartslag vertraagt.
  • Theofylline, een medicijn tegen benauwdheidsklachten
  • Digoxine, een hartmedicijn
  • Dabigatran en edoxaban, antistollingsmiddelen.
  • Ciclosporine, everolimus ensirolimus, medicijnen die de afweer onderdrukken
  • Simvastatine en atorvastatine, cholesterolverlagers.
  • Midazolam, alprazolam en buspiron, rustgevende medicijnen
  • Colchicine, een medicijn tegen jicht
  • Carbamazepine, een medicijn tegen epilepsie, zenuwpijn en psychische klachten.


De volgende medicijnen kunnen de hoeveelheid van dit medicijn in het bloed verhogen, waardoor er meer bijwerkingen door trandolapril met verapamil kunnen ontstaan. Als u de combinatie toch moet gebruiken, is extra controle door uw arts nodig.

  • Cimetidine, maagmedicijn
  • Claritromycine en erytromycine, antibiotica
  • Itraconazol, ketoconazol en voriconazol, antischimmelmiddelen.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
De eerste dagen dat u dit medicijn gebruikt, kunt u duizelig zijn. Dit komt doordat uw lichaam zich nog moet instellen op de lagere bloeddruk. Na enkele dagen is dat meestal weer over en is autorijden geen probleem. Indien u duizelig blijft of last heeft van wazig zien: neem dan geen deel aan het verkeer.

alcohol drinken?
Alcohol verwijdt de bloedvaten, net als dit medicijn. U kunt daardoor last krijgen van duizeligheid. Probeer het drinken van alcohol eerst met mate. U kunt dan zelf inschatten of u hier veel last van krijgt. In het algemeen is enkele keren per week een glas wijn geen probleem.

alles eten?
Drink geen grapefruitsap. Grapefruitsap versterk de werking van dit medicijn, waardoor bijwerkingen kunnen ontstaan. Mocht u stoppen met dit medicijn, dan kunt u vanaf 1 dag daarna weer grapefruitsap drinken. Een glas grapefruitsap (vers geperst of uit een pak) bevat het sap van meerdere grapefruits. Ook bij het eten van grapefruits kunnen bijwerkingen ontstaan.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Gebruik dit medicijn NIET als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Dit medicijn is schadelijk voor de baby. Gebruikt u dit medicijn al en bent u zwanger of wilt u zwanger worden? Overleg dan met uw arts. Misschien kunt u overstappen op een ander medicijn. Een medicijn dat wel veilig is tijdens de zwangerschap.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts. U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u borstvoeding geeft. Het is niet bekend of het in de moedermelk terechtkomt en of het schadelijk is voor de baby. Misschien kunt u (tijdelijk) overstappen op een ander medicijn. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Slik de capsules heel door met water. Kauw niet op de capsules. Ook mag u ze niet kapot maken. De capsules zijn zo gemaakt dat ze langzaam oplossen in uw lichaam. Als u ze kapotmaakt werkt dit niet meer en krijgt u te veel van dit medicijn in één keer in uw lichaam.

Wanneer?
Neem dit medicijn bij voorkeur 's ochtends in. Kies een vast tijdstip, bijvoorbeeld 's ochtends bij het ontbijt, dan vergeet u minder snel een dosis.

Hoelang?
Een behandeling voor hoge bloeddruk is meestal langdurig. Als dit medicijn goed bij u werkt, moet u dit medicijn waarschijnlijk uw leven lang gebruiken.